Van signaleren naar versterken: waarom de vertrouwenspersoon onmisbaar is bij het terugdringen van ongewenst gedrag

Stel je voor: je komt elke dag op je werk, doet je best, maar tóch loop je met een knoop in je maag. Niet door je taken, maar door dat ene subtiele grapje dat telkens terugkomt. De blik van een collega. De opmerkingen die je klein maken. Of het gevoel dat je anders behandeld wordt, zonder dat iemand het uitspreekt.

Voor bijna één op de vier medewerkers in Nederland is dit geen voorstelling, maar de dagelijkse realiteit. Uit de nieuwste benchmark van Highberg blijkt dat 17% van de werknemers ongewenst gedrag ervaart – en als je ook de mensen meetelt die zeggen “ik wil of kan het niet zeggen”, loopt dat percentage op tot wel 24%​. Dat is bijna een kwart van alle werkenden.

Wat nog zorgwekkender is? Slechts 10% van hen klopt aan bij de vertrouwenspersoon​. Terwijl juist die rol bedoeld is om een veilige plek te bieden. Wat zegt dat over hoe deze rol wordt gezien – en belangrijker nog: wat kunnen we doen om dat te veranderen?

In deze blog nemen we je mee in de feiten, de pijnpunten én de kansen. Want als we echt werk willen maken van een veilige werkcultuur, dan moeten we meer doen dan signaleren. We moeten versterken.

De cijfers liegen niet: ongewenst gedrag blijft een structureel probleem

Volgens de Highberg Benchmark 2025 blijft het percentage medewerkers dat ongewenst gedrag ervaart al drie jaar lang onveranderd hoog: 17%. Maar wanneer we ook kijken naar de groep die aangeeft het “niet te weten of niet te willen zeggen”, stijgt het vermoedelijke percentage naar 24%​.

De vormen van ongewenst gedrag zijn divers:

  • Verbale intimidatie (11%)

  • Pesten (9%)

  • Discriminatie (6%)

  • Seksueel grensoverschrijdend gedrag en fysieke intimidatie (beide 4%)

Deze ervaringen laten sporen na. Werknemers die ongewenst gedrag meemaken, voelen zich aantoonbaar minder betrokken en minder veilig. Ze zijn bijna twee keer zo vaak geneigd hun werkgever níet aan te raden en bijna de helft van hen overweegt serieus om te vertrekken​.

Het vergeten meldpunt: de vertrouwenspersoon

Hoewel er veel wordt gesproken over het belang van vertrouwenspersonen, blijkt in de praktijk dat ze nog te weinig worden ingezet. Van alle meldingen van ongewenst gedrag wordt maar 10% bij een vertrouwenspersoon gedaan​.

De meeste mensen kiezen ervoor om het bij de leidinggevende te melden (39%), of spreken de dader direct of later aan (56% in totaal). HR wordt in 12% van de gevallen benaderd.

Dat roept vragen op:

  • Weten medewerkers wel voldoende wat een vertrouwenspersoon doet?

  • Is de drempel te hoog?

  • Is de vertrouwenspersoon zichtbaar en bereikbaar genoeg?

Het antwoord ligt waarschijnlijk in een combinatie van die factoren. Wat we wél zeker weten: als organisaties willen dat ongewenst gedrag wordt aangepakt, moeten ze zorgen dat het laagdrempelig en veilig voelt om melding te doen. Daarin is de vertrouwenspersoon cruciaal.

Drie concrete stappen om de vertrouwenspersoon te versterken

Als organisatie heb je invloed. Je kunt ervoor zorgen dat de vertrouwenspersoon meer is dan een naam op intranet. Dit zijn drie stappen die écht verschil maken:

1. Maak de rol zichtbaar

Zorg dat medewerkers weten wie de vertrouwenspersoon is, wat hij of zij doet, en hoe je makkelijk contact opneemt. Denk aan introducties bij onboarding, posters in de kantine en maandelijkse updates in de interne nieuwsbrief.

2. Veranker de rol in gedrag én beleid

Zichtbaarheid is niet genoeg. De vertrouwenspersoon moet stevig ingebed zijn in het beleid, en leidinggevenden moeten actief samenwerken met deze functie. Dit betekent: ruimte om te signaleren, mandaat om op te volgen, en betrokkenheid bij preventiebeleid.

3. Investeer in tijd, training en ondersteuning

Een vertrouwenspersoon moet kunnen sparren, bijleren en grenzen bewaken. Investeer in regelmatige bijscholing, intervisie en een realistisch takenpakket. Alleen dan kan de vertrouwenspersoon echt impact maken.

Wacht niet tot het escaleert

Ongewenst gedrag verdwijnt niet vanzelf. Een veilige werkcultuur ontstaat niet uit intenties, maar uit acties. En een vertrouwenspersoon is daarin onmisbaar – mits goed gefaciliteerd.

Laat het niet zover komen dat medewerkers in stilte vertrekken of uitvallen. Begin vandaag nog met het versterken van de rol van de vertrouwenspersoon. Maak het bespreekbaar, zichtbaar en werkbaar.

Vorige
Vorige

Online tool maakt aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag toegankelijk voor alle organisaties

Volgende
Volgende

Verplichte gedragscode ongewenst gedrag voor bedrijven met 10 of meer werknemers per 1 juli 2026