De cultuur van kleine dingen: hoe subtiele patronen grote impact hebben op sociale veiligheid
Sociale onveiligheid binnen organisaties ontstaat zelden plotseling. Meestal groeit ze langzaam, bijna onmerkbaar, vanuit ogenschijnlijk onschuldige gewoonten. Een terloopse grap, een geërgerde blik, een collega die systematisch wordt genegeerd: het zijn kleine momenten die op zichzelf niet ernstig lijken, maar die samen een klimaat van uitsluiting of angst kunnen creëren.
In de praktijk van de vertrouwenspersoon spelen juist die ‘kleine dingen’ een grote rol. Ze zijn moeilijk te benoemen en nog moeilijker te bewijzen, maar ze bepalen in hoge mate hoe veilig mensen zich voelen. Het gevaar schuilt in de normalisering: wanneer subtiel grensoverschrijdend gedrag niet wordt herkend of gecorrigeerd, verschuift de norm ongemerkt.
Deze microgedragingen – ook wel micro-agressies genoemd – kunnen verschillende vormen aannemen. Een opmerking over iemands accent, een standaardgrap over leeftijd, een leidinggevende die steeds dezelfde mensen aan het woord laat: het zijn patronen die door herhaling gewicht krijgen. De ontvanger voelt dat er iets niet klopt, maar kan het moeilijk onder woorden brengen. Daardoor blijft het vaak onbesproken.
Voor vertrouwenspersonen is het essentieel om aandacht te hebben voor deze subtiele signalen. Niet om elk incident te problematiseren, maar om ruimte te creëren voor gesprek. Want waar kleine dingen bespreekbaar blijven, blijven grote escalaties vaak uit.
Organisaties die alleen reageren op ‘grote’ klachten missen de kans om tijdig te leren. Een klacht over pesten of discriminatie is bijna altijd het eindpunt van een lang proces waarin signalen zijn genegeerd. Een cultuur van alertheid op kleine dingen is daarom een vorm van preventie.
Leidinggevenden spelen hierin een doorslaggevende rol. Hun gedrag bepaalt of medewerkers de vrijheid voelen om grenzen aan te geven. Een korte erkenning – “Dat was niet gepast, laten we het anders doen” – kan een wereld van verschil maken. Ook de klachtencommissie en de vertrouwenspersoon kunnen in rapportages aandacht besteden aan herhaalde patronen van kleine incidenten, juist om duidelijk te maken dat cultuur niet in één beslissing schuilt, maar in dagelijkse interactie.
Sociale veiligheid is geen resultaat van beleid, maar van gedrag. En gedrag bestaat uit kleine dingen: woorden, blikken, stiltes. Wie de kleine dingen serieus neemt, bouwt aan een cultuur waarin respect vanzelfsprekend wordt.