Online micro-agressies en digitaal grensoverschrijdend gedrag: de nieuwe uitdaging

Een veilige cultuur stopt niet bij het beeldscherm

Sinds de opkomst van hybride en thuiswerken is het werkleven ingrijpend veranderd. We vergaderen via Teams, chatten via Slack en mailen meer dan ooit. Wat velen echter onderschatten, is dat ook ongewenst gedrag zich mee verplaatst naar de digitale ruimte.

Subtiele uitsluitingen, passief-agressieve opmerkingen of het negeren van collega’s in groepschats zijn vormen van online micro-agressies die het werkklimaat kunnen vergiftigen. En juist omdat ze digitaal plaatsvinden, worden ze minder snel erkend of besproken.

Voor vertrouwenspersonen ligt hier een nieuwe, maar urgente uitdaging.

Wat zijn online micro-agressies?

Micro-agressies zijn kleine, vaak onbewuste gedragingen die mensen buitensluiten, kleineren of negeren. Online kunnen die zich uiten in allerlei vormen. Denk aan:

  • Steeds iemand overslaan in cc’s of teamchats.

  • Grappen via emoji’s die op het eerste gezicht onschuldig lijken, maar kwetsend zijn.

  • ‘Ghosting’: iemand langdurig geen reactie geven op mails of berichten.

  • Passieve agressie: kortaf reageren met hoofdletters of sarcasme in geschreven tekst.

  • Anderen openlijk corrigeren in een groepscall, terwijl dat ook privé kon.

Wat deze gedragingen gemeen hebben, is dat ze moeilijk te duiden zijn — maar wél als pijnlijk worden ervaren.

Waarom digitale micro-agressies extra impact hebben

Online communicatie mist vaak nuance. Je ziet geen lichaamstaal, hoort geen toon en hebt weinig gelegenheid voor herstel. Wat offline als een grap overkomt, kan digitaal overkomen als kil of kleinerend.

Bovendien voelen mensen zich online vaker anoniem of afstandelijk. De drempel om iets onvriendelijks te zeggen of iemand te negeren, lijkt lager. In teams met weinig onderling vertrouwen kan dat leiden tot frustratie, terugtrekgedrag en uiteindelijk een gevoel van onveiligheid.

Voor medewerkers die al kwetsbaar zijn — door hun functie, achtergrond of positie in het team — kan dit extra zwaar wegen.

Wat je hoort als vertrouwenspersoon

Steeds vaker hoor je als vertrouwenspersoon meldingen als:

“Ik voel me genegeerd in online overleggen.”
“Hij maakt altijd grapjes over mijn thuiswerksituatie in de groepschat.”
“Mijn ideeën worden in de chat genegeerd, maar als een ander ze noemt, is het ineens wél goed.”

Hoewel het vaak begint met iets kleins, merken medewerkers dat het zich opstapelt. En dat ze zich steeds minder veilig voelen om zich uit te spreken — zeker als anderen het gedrag normaliseren.

Hoe maak je het bespreekbaar?

Als vertrouwenspersoon kun je helpen deze digitale fricties te herkennen, benoemen en bespreekbaar te maken. Dat begint met taal: geef woorden aan wat mensen voelen.

Leg uit dat micro-agressies ook online bestaan. Dat ‘technisch correct’ communiceren niet altijd ‘veilig’ is. En dat iemand buitensluiten door niets te zeggen óók een vorm van uitsluiting is.

In gesprekken kun je vragen:

  • “Hoe voel je je na dit soort online interacties?”

  • “Komt dit vaker voor in dit team of van dezelfde collega?”

  • “Wat zou je graag anders zien?”

Tips voor preventie en signalering

Veilige digitale communicatie ontstaat niet vanzelf. Het vraagt om bewuste keuzes, afspraken én voorbeeldgedrag. Dit kun je als vertrouwenspersoon stimuleren:

1. Werk aan online omgangsvormen

Adviseer het team of HR om een digitale gedragscode op te stellen. Maak afspraken over wat gepast is in groepschats, videovergaderingen of e-mail. Benoem daarin ook micro-agressies.

2. Stimuleer actief digitaal leiderschap

Vraag leidinggevenden om alert te zijn op wie wel en niet aan het woord komt, wie wordt genegeerd, of hoe feedback online wordt gegeven.

3. Adviseer korte reflectiemomenten

Sluit digitale meetings af met vragen als: “Voelde iedereen zich gehoord?” of “Is er iets blijven liggen?”

4. Benadruk de impact van stilte

Leg uit dat niks zeggen ook iets zégt. Het negeren van opmerkingen, ideeën of meldingen draagt bij aan uitsluiting.

Grenzen en mogelijkheden in jouw rol

Net als bij offline gedrag geldt: je bent geen politieagent. Je rol is niet om gedrag te bestraffen, maar om patronen te signaleren, gesprekken op gang te brengen en veiligheid bespreekbaar te maken.

Vergeet niet dat jij in vertrouwelijkheid opereert. Je hoeft (en mag) geen screenshots verzamelen of online gedrag beoordelen. Maar je kunt wél zorgen dat mensen zich gesteund voelen in hun ervaring — en hen begeleiden bij het maken van keuzes.

Veiligheid in een digitale wereld

De werkvloer is veranderd, maar de behoefte aan veiligheid is gebleven. Misschien zelfs sterker dan ooit. Want achter het scherm zitten mensen — met gevoelens, kwetsbaarheden en grenzen.

Als vertrouwenspersoon ben jij ook online een baken van rust, reflectie en erkenning. Door aandacht te geven aan wat niet wordt gezegd, maak je het onzichtbare weer zichtbaar.

Volgende
Volgende

Wat zegt het LVV-veldonderzoek 2025 over onze beroepspraktijk?